Will Pharma
4738712
1000 IE cholecalciferol (overeenkomend met 25 microgram vitamine D3), butylhydroxytolueen (BHT), olie van middellangeketentriglyceriden, gelatine (E441), glycerol (E422), titaandioxide (E171), ijzeroxide geel (E172), ijzeroxiderood (E172) en gezuiverd water.
Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.
Stop met het innemen van Vitamine D Will en raadpleeg onmiddellijk een arts als u last krijgt van klachten van ernstige allergische reacties zoals:
zwelling van gezicht, lippen, tong of keel
moeite met slikken
galbulten en moeite met ademhalen
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen):
te veel calcium in uw bloed (hypercalciëmie). U kunt zich misselijk voelen of overgeven, uw eetlust verliezen, constipatie hebben, maagpijn hebben, hevige dorst hebben, zwakke spieren hebben, last hebben van slaperigheid of verwardheid
te veel calcium in uw urine (hypercalciurie)
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1 000 mensen):
jeuk
huiduitslag
urticaria
Niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
constipatie
winderigheid
misselijkheid
buikpijn
diarree
overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem of larynxoedeem
Gebruikt u naast Vitamine D Will nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat is vooral belangrijk als u de volgende medicijnen inneemt:
medicijnen voor de behandeling van epilepsie zoals barbituraten of andere anticonvulsiva (bijv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon);
andere vitamine D-bevattende medicijnen, waaronder multivitaminen;
medicijnen om uw hartslag onder controle te houden (bijv. digoxine, digitoxine). Uw arts kan uw hart controleren met een elektrocardiogram (ECG) en het calciumgehalte in uw bloed meten;
diuretica (plastabletten) zoals bendroflumethiazide;
calciumsupplementen;
producten die magnesium bevatten (bv. zuurremmers) – deze mogen niet worden gebruikt tijdens de behandeling met vitamine D wegens het risico op een verhoogde magnesiumconcentratie;
fosfor-bevattende producten in grote doses – deze verhogen het risico op hoge fosfaatwaarden in het bloed;
medicijnen om tuberculose te behandelen, bv. rifampicine, isoniazide;
medicijnen die leiden tot verstoorde vetopname, bijv. orlistat, colestyramine, vloeibare paraffine;
medicijnen om schimmelinfecties te behandelen i.e. ketoconazol, itraconazol;
actinomycine (een medicijn dat gebruikt wordt om bepaalde vormen van kanker te behandelen) omdat het de stofwisseling van vitamine D kan verstoren;
glucocorticosteroïden (steroïde hormonen zoals hydrocortison of prednisolon).