Witkruis
0617159
Koorts en pijn.
Kinderen en adolescenten vanaf 12 jaar (< 50 kg)
Adolescenten en volwassenen (> 50 kg)
Volwassenen < 50 kg
Toedieningswijze
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame bestanddelen zijn paracetamol 500 mg en cafeïne 50 mg.
De andere hulpstoffen in dit middel zijn: Povidone - Lactose monohydraat – Natrium saccharine -- Natrium stearylfumaraat –Colloïdaal watervrij silicium voor één zakje.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
als u allergisch bent voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Voorzichtigheid is geboden bij lichte leveraandoening, ernstige nieraandoening, glucose 6 fosfaatdehydrogenase deficiëntie, haemolytische anemie,bij alcoholisme en bij zeer magere volwassenen (< 50 kg).
Gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen die de leverfunctie beïnvloeden, dehydratie en chronische ondervoeding (lage reserves hepatisch glutathion) zijn eveneens risicofactoren voor het optreden van levertoxiciteit en kunnen de drempel voor levertoxiciteit mogelijk verlagen. De maximale dagdosis mag bij deze patiënten zeker niet overschreden worden.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Sommige ongewenste effecten kunnen voldoende reden zijn om de behandeling te onderbreken. De frequentie van bijwerkingen is als volgt geclassificeerd: Zeer vaak (≥1/10) Vaak (≥1/100, <1/10) Soms (≥1/1000, <1/100) Zelden (≥1/10000, <1/1000) Zeer zelden (<1/10000) Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) Hartaandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Tachycardie, hartkloppingen Bloedvataandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Hypotensie Bloed- en lymfestelsel-aandoeningen : Zeer zelden (<1/10.000): Thrombocytopenie, leukopenie, pancytopenie, neutropenie, hemolytische anemie, agranulocytose Frequentie niet gekend: Anemie Immuunsysteem-aandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Allergische reacties Zeer zelden (<1/10.000): Allergische reacties die stopzetten van de behandeling vereisen Frequentie niet gekend: Anafylactische shock Zenuwstelsel-aandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Hoofdpijn, insomnia Maagdarmstelsel-aandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Buikpijn, diarree, nausea, braken, constipatie, maagirritatie Lever- en galaandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Gestoorde leverfunctie, leverfalen, levernecrose, icterus Zeer zelden (<1/10.000): Hepatotoxiciteit (De biologische tekens van levertoxiciteit kunnen gepotentieerd worden door alcohol en door levermicrosomale inducers). Frequentie niet gekend: Hepatitis Huid- en onderhuidaandoeningen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Pruritus, rash, zweten, angio-oedeem (Quincke-oedeem), urticaria, erythema Zeer zelden (<1/10.000): Zeer zeldzame gevallen van ernstige huidreacties werden gemeld. Syndromen van Lyell en Stevens-Johnson. Nier- en urineweg-aandoeningen : Zeer zelden (<1/10.000): Steriele pyurie (troebele urine), nierinsufficiëntie Frequentie niet gekend: Nefropathieën (interstitiële nefritis, tubulaire necrose) na langdurig gebruik van hoge doses Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Duizeligheid, malaise Letsels, intoxicaties en verrichtings-complicaties : Zelden (>1/10.000, <1/1.000): Overdosis en intoxicatie