Kela
1586346
Diarree
Vergiftigingen
4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Binnen iedere groep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1000, <1/100); zelden (≥1/10000, <1/1000); zeer zelden (<1/10000). Zeer vaak: zwart gekleurde stoelgang. Dit heeft echter geen enkele schadelijke invloed. Vaak: braken en constipatie. Soms: maagdarmobstructie. Zeer zelden: acute blindedarmontsteking (appendicitis).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Norit kan in de darm een hele reeks stoffen aan zich binden. Hierdoor kunnen ook geneesmiddelen gebonden en met de stoelgang mee uitgedreven worden. Op die manier kan er onvoldoende van dat geneesmiddel opgenomen worden en kan de werking verminderen.
Volgende producten kunnen o.a. aan Norit gebonden worden: sommige antibiotica, middelen die inwerken op de bloedstolling, braakmiddelen.
De werking van orale voorbehoedsmiddelen ("de pil") kan worden verstoord bij gelijktijdige toediening van actieve kool. Gebruik daarom een ander en betrouwbaar voorbehoedsmiddel gedurende de behandeling met Norit.
Aspirine (pijnstiller en bloedverdunner) en furosemide (geneesmiddel dat de urineproductie bevordert: "plaspil") kunnen zich eveneens aan Norit binden. Een dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn.
Fenytoïne en carbamazepine (beiden gebruikt bij vallende ziekte (epilepsie)) binden zich ook aan Norit. Bij gelijktijdig gebruik moet het gehalte van deze geneesmiddelen in the bloed gecontroleerd te worden. Een dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn.
Gebruikt u naast Norit nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.